Systemisch werken

Uitleg van systemisch werken, organisatie en familie-opstellingen

Een grote basis van mijn werk wordt ingegeven door systemisch werk. 

Wat is dat nu precies? 

 

Systemisch werk is de overkoepelende benaming, en vormt een manier van kijken naar het geheel. Welke samenhang heeft een vraagstuk met de omgeving en met onderliggende patronen. Iets staat niet op zichzelf, maar vormt een relatie met de omgeving. Dat is het totale systeem. 

 

Zaken die zich in een herhalend patroon voordoen of waar je meer inzicht in wilt verkrijgen, zijn prima geschikt voor een opstellingen methode. 

 

Ik werk voornamelijk met:

- Familieopstellingen

- Organisatieopstellingen

- Individuele 1 op1 opstellingen

- Systemische coaching sessies 

 

Hoewel ik nu niet meer schaak, heb ik dat tot mijn 16e veel gedaan. Vrij succesvol zelfs, met een deelname aan de Nederlandse Kampioenschappen tot gevolg. Hoewel iets heel anders, is op bepaalde vlakken het schaakspel enigszins te vergelijken met een opstelling.

 

Hieronder geef ik eerst kort wat algemene uitleg, en verduidelijk het daarna aan de hand van het schaakspel.  Al is het vooral iets om zelf te ervaren.

 

Algemene uitleg opstellingen:

 

Met opstellingen maak je op een snelle en eenvoudige manier inzichtelijk wat onderliggende thema’s zijn bij een vraagstuk, zodat je er zelf verder mee aan de slag kan gaan. Door de unieke werkwijze van opstellingen werkt de systematiek diep door op meerdere lagen.

Met een opstelling ga je kijken naar hoe iemand zich verhoudt tot bepaalde thema’s en (ongewenste) patronen. Er zit een samenhang tussen jou, het thema en het systeem waar je in leeft en/of werkt. 

 

Een familie is een systeem. Een organisatie is een systeem. Een individu is een systeem. Het lichaam is een systeem (van samenwerkende organen). Een voetbalelftal is een voorbeeld van een systeem.

En deze systemen leven in een bepaalde context. 

 

Indien er een ongewenste (en onbewuste) verschuiving komt in dit systeem, geeft dat bepaalde problematieken. Wij zijn ons er niet altijd bewust van dat bij vraagstukken, onderliggende verschuivingen in patronen de oorzaak kunnen zijn. Met opstellingen krijg je inzichten in de onderliggende dynamieken en kun je zaken oplossen.

 

In systemisch opstellingen werk bestaan een aantal ‘basis-regels’ die in theorie vrij simpel zijn, maar in de praktische uitvoering lastiger:

1) Iedereen hoort erbij

2) Er is een rangorde, een hiërarchie. Iedereen heeft zijn eigen plek. 

3) Er is een balans. Een balans in geven en nemen.

De vergelijking met schaken

Het schaakspel bestaat uit bepaalde gedragingen, wetmatigheden en patronen. In het schaakspel bestaan er diverse soorten schaakstukken, en ieder stuk heeft zijn eigen gedragingen, bewegingen en waarde. 

Het is een wetmatigheid dat de witte kleur begint. Houdt een van de partijen zich daar niet aan, dan ontstaat er al een probleem.

 

Bij schaken start je met de stukken opgesteld in een standaard patroon; ieder stuk neem zijn eigen plek in. Zo staan de torens altijd in de hoeken, en de pionnen op de voorste rij. Zouden we dit anders neerzetten, dan houden we ons niet aan de schaakregels, en geeft dat weer problemen.

 

Ieder schaakstuk beweegt op zijn eigen manier, en heeft een eigen waarde, die in principe niet verandert. Je zou alle stukken van een bepaalde kleur kunnen vergelijken met mensen in een familie, of met mensen binnen een organisatie. Ieder beschikt over eigen unieke eigenschappen, waardes en gedragingen. En allemaal zijn ze nodig om het spel te spelen. Alle stukken horen erbij als je gaat starten met het spel. Zo hoort iedereen in een familie, vanuit de systeem optiek, erbij. 

 

De koning en koningin (dame) zou je kunnen vergelijken met vader en moeder in een familie. Of met de manager, of oprichter, van een bedrijf. Deze zijn systemisch gezien groter, oftewel van meer invloed. 

 

Een pion kan niet zo veel als een dame. Ieder stuk heeft zijn eigen gedragingen, je kunt niet zomaar de toren gaan bewegen als een loper of een paard. Dat zou gedoe geven in het spel. Het is dus handig als je een paard bent, je de gedragingen van een paard volgt. Je wordt dus nooit van een paard een toren, ook al zou het paard dat willen. In de regel is een toren meer waard dan een paard.

 

De enige die tot iets anders kan promoveren is een pion, en vaak tot een waardevolle koningin (dame). Als na een lange weg de pion aan de andere kant van het bord aan komt, mag deze promoveren tot dat wat gewenst is. 

Tegelijkertijd met deze verandering, veranderen ook de gedragingen van het schaakstuk. Als je een andere plek inneemt, krijg je ook díe gedragingen en verantwoordelijkheden erbij. 

 

Tot een kleur (wit of zwart) behoor je automatisch, net zoals je automatisch tot een familie behoort. In een familie heeft iedereen een eigen positie, jouw eigen plek. Deze staat vast en verandert niet.

In een organisatie geldt hetzelfde, iedereen heeft een plek. Jouw eigen plek wordt bijvoorbeeld weergegeven door de functie die je uitoefent. Maar hangt ook samen of je al lang, of nog maar kort bij een organisatie werkt. Of dat je veel of weinig verantwoordelijkheid hoeft te dragen in een organisatie. 

 

Een familie systeem lijkt enigszins op dat van een organisatie. Met dien verstande, dat je plek in een familie altijd vast is. En in een organisatie kan dit veranderen. Als je promoveert naar een hogere functie bijvoorbeeld. Of weggaat naar een andere organisatie. 

Bij een organisatie kies je dus om er wel of niet bij te horen. In jouw familie hoor je er altijd bij. Je kunt niet van een wit stuk, een zwart stuk worden. 

 

Waar in een familie geen specifieke doelstelling is, is dat binnen een organisatie wel het geval. Dat zou je kunnen vergelijken met het doel van schaken, je wilt winnen. Een organisatie heeft ook een bepaalde doelstelling te behalen. En de schaker die achter het bord zit bepaalt dat. Die zou je kunnen vergelijken met de directeur. Om te winnen bepaalt de schaker op welke wijze de schaakstukken als team onderling moeten samenwerken. In een bedrijf is het in wezen niet anders.

 

Bij schaken zou je kunnen zeggen dat de achtergrond van de schaker van invloed is op zijn of haar manier van spelen. Welke openingen en strategieën heb je geleerd. Je zou deze kleuringen kunnen vergelijken met de geschiedenis van een familie of een organisatie, die van invloed is op huidige ontwikkelingen. In ons dagelijkse leven heeft onze westerse manier van denken een hele andere invloed dan een oosterse manier van kijken. Wat in het verleden gebeurd is en context hebben dus invloed in het hier en nu.